Een paar weken geleden begon ik te lezen in een boek dat ik al een tijdje in mijn e-reader had staan en waar ik nog niet aan was begonnen. Overigens heb ik meer van dat soort e-books… 馃槈
Het boek heet ‘100% suikervrij in 30 dagen’ van Carola van Bemmelen. Op het moment dat ik het boek uitzocht (gratis, via KPN) was ik er niet echt mee bezig, maar ik wist wel dat suiker verslavend is en dat het echt de moeite waard is om ermee te stoppen. Dus leek het mij goed om het boek ‘een keer’ te lezen.
Echt 100%?
Dat ‘100%’ geloof ik nooit zo. Ik wil ook niet denken van “Oei er zit appel in de salade en daar zit suiker in, dus nu kan ik de salade niet eten.” Banaan noem ik altijd supervoedsel voor sporters en zelfs groenten bevatten koolhydraten. Bovendien vertik ik het ook om bijvoorbeeld geen wortels meer te eten omdat ze in vergelijking met andere groeten veel ‘snelle suikers’ bevatten. Met die insteek begon ik te lezen.
Ik geloofde ook nog niet echt dat ik het zou kunnen en ik vroeg me vooral af hoe je lekker kunt blijven sporten terwijl je minder koolhydraten eet. Niet dat ik veel pasta, rijst of brood eet, maar ik begreep niet goed hoe ik zonder, of met heel weinig koolhydraten, toch lekker voluit kon hardlopen of fitnessen zonder om te vallen na een half uur.
Ik wist dus dat er nog heel wat voor mij viel te leren op het gebied van minder suikers eten en ik was benieuwd naar wat het boek me zou brengen.
Neus op het scherm
Nou, dat heb ik geweten. Vanaf het moment dat ik begon te lezen kon ik het boek nauwelijks wegleggen. Ik had hem gedownload in de app op mijn telefoon, waardoor ik de hele dag door het huis liep met mijn neus ‘op het beeldscherm van mijn smartphone’.
Vooral de hoofdstukken waarin van Bemmelen uitlegt waar贸m suiker zo slecht is, en vooral: waarom je het telkens toch weer eet, waren voor mij echt een eye-opener.
Waarom eten we zo vaak suikers?
Van Bemmelen: “Suiker is in onze maatschappij synoniem met gezelligheid, warmte, liefde en samen zijn.”
Ze vergelijkt suiker met alle overbodige luxe in ons leven. Mooie kleding, een mooi huis, mooie auto of luxe uitstapjes: we zeggen tegen elkaar dat het leven een stuk saaier zou zijn als we ze niet zouden hebben, maar is dat wel zo? Is het niet eigenlijk een opvulling van iets dat ontbreekt?
“In de ban van mooi, meer en beter zijn mensen verslaafd geraakt aan de door de marketing zorgvuldig aangeprezen luxe. Producten en diensten die het leven een stukje mooier zouden maken, die je even laten vergeten hoe je er eigenlijk voor staat. Als afleider van dat wat er is. Als instantgeluksbrenger.”
Vervolgens duwde ze me n贸g iets verder in de juiste richting: “Door heel eerlijk te durven zijn naar jezelf en te erkennen waar je in jouw leven nog suikers gebruikt ter compensatie van dingen waarvan je eigenlijk diep vanbinnen weet dat ze niet kloppen.”
POEF! Toen ik dat las ging bij mij de knop om. Zomaar op de eerste pagina’s van hoofdstuk 1 van het boek… Z贸 had ik nog nooit naar suikers gekeken. Als vervanging van dingen die in je leven ontbreken.
Van Bemmelen: “Veel kinderen worden op jonge leeftijd al getroost of beloond met snoep, koek en ijs. Suiker is fijn, suiker is gezellig, suiker is liefde, dat is de boodschap.”
“Ouders die ervoor kiezen om hun kinderen suikervrij op te voeden stuiten nogal eens op grote bezwaren van de omgeving en krijgen regelmatig verwijten omdat ze hun kind een gelukkige jeugd zouden ontnemen.”
“Vooral op die momenten dat we het even niet meer weten is daar altijd nog de suiker die ons instantliefde geeft. De suiker vult, verdooft de pijn, verzacht, troost en geeft op een bepaalde manier gezelligheid en warmte.”
En zo gaat het maar door in dat hoofdstuk: gemis aan warmte, liefde, geborgenheid, ontspanning, rust. Maar ook: gebrek aan actie en vooruitgang, geen beslissing kunnen nemen. Richting geven en in beweging komen (stappen zetten in die richting) zorgen voor minder behoefte aan eten en suikers.
De koppeling tussen emotie en eten blijkt dus vele malen groter te zijn dan ik tot nu toe had gedacht. In hoofdstuk 2 gaat ze nog even door met allerlei redenen: van Bang zijn om ‘nee’ te zeggen, naar opvoeding, cultuur, verveling, verdriet, eenzaamheid, stress en vermoeidheid, gewoonte, ‘ik heb het verdiend’, ‘het was in de aanbieding…’
Ik heb mezelf echt nooit als een ’emo-eter’ gezien, maar toen ik d铆t las drong het tot me door dat we dit eigenlijk massaal doen. Als er iets te vieren is dan moet er gebak bij, of een ijsje. Als er getroost moet worden dan is het chocolade of drop. Er worden zo veel excuses gebruikt om iets (zoets) te eten.
Na het deel over de emotionele lading die we aan eten geven, werkt Van Bemmelen toe naar de voeding zelf. Wat het met je lichaam doet (dikker worden, veranderende hormoonhuishouding, diabetes, hart- en vaatziekten, en een waslijst van andere klachten), wat de verschillende soorten suikers zijn, een stuk over kunstmatige suikervervangers, zoetstoffen en minder schadelijke alternatieven. En natuurlijk gaat het over de verslaving aan suiker, hoe je ervan kunt afkicken en hoe je een goede dagelijkse voeding opbouwt.
Allemaal bijzonder interessant om te lezen en super behulpzaam om dit in de praktijk te gaan toepassen, maar de crux zat ‘m voor mij dus in het begin: de betekenis die we aan suiker (zoet eten) geven, de emotie die het opwekt, die klopt niet. Het is compensatie.
Als je moe bent, ga dan slapen. Doe iets waar je weer energie van krijgt. Als je verdrietig bent, huil dan, wees boos of wat dan ook. Luister naar je gevoel en naar wat je lichaam je vertelt. Geef je lichaam of geest wat het nodig heeft en probeer het niet te compenseren met iets dat je niet nodig hebt.
Afkicken
Stoppen met suiker is wel echt lastig. Ik vind het erg vergelijkbaar met stoppen met roken. Je moet telkens de gedachte opzij zetten dat je zin hebt in iets zoets. De gedachte zelf duurt ongeveer even lang als bij roken, namelijk een seconde of tien, twintig. Bij suiker lijkt het wel vaak iets langer te duren dan bij roken. Door mijn ervaring van het stoppen met roken weet ik echter dat de gedachte vanzelf weggaat. Dat voelt nu bij het afkicken van suiker helemaal hetzelfde. Dat is voor mij toch ook een teken dat het echt een verslaving is.
Sporten
Toevallig, of niet, volgde ik kort nadat ik was gestopt met suiker ook een webinar van over het boek “Hoe word ik een supervetverbrander?” van Maaike de Vries. Zij legde uit dat je door veel minder koolhydraten te eten je lichaam kunt leren om de energie die het nodig heeft voornamelijk te halen uit vetten. Het rekensommetje dat ze daarbij maakte was verbluffend:
Je lichaam kan maximaal zo’n 500g koolhydraten bij zich dragen. 1 gram koolhydraten levert 4 kcal energie, dus als je lichaam volledig op suikerverbranding werkt, heb je maar zo’n 2000 kcal aan energie bij je.
Een marathon kost ongeveer tussen de 2500 en 3000 kcal.
Het lichaam van een slanke vrouw van 55 kg met een vetpercentage van 18% bevat een kleine 10 kg aan vet. 1 gram lichaamsvet levert ongeveer 7,7 kcal energie, dus 10 kg vet betekent een energievoorraad zo’n 77.000 kcal.
Dat zou betekenen dat je genoeg energie bij je hebt om probleemloos meer dan 20 marathons te lopen!
Wat zeuren die hardlopers dan altijd over ‘koolhydraten stapelen’ en het eten van ‘gelletjes’ tijdens langere wedstrijden?
Zij hebben hun lichaam niet getraind om vooral energie te halen uit vet en minder uit koolhydraten (suikers).
3 maaltijden per dag
Het is dus iets dat je kunt trainen. Bijvoorbeeld door nog maar 3 keer per dag te eten (dus geen tussendoortjes meer nemen) en de momenten waarop je beweegt zo veel mogelijk te plannen v贸贸rdat je gaat eten, en niet erna. Je hebt dan zo min mogelijk glucose in je bloed.
In het begin zal het lastig zijn om juist d谩n te gaan bewegen. Door rustig te beginnen met bijvoorbeeld een rondje wandelen, stofzuigen, andere huishoudelijke klusjes of een klein rondje hardlopen, laat je je lichaam er voorzichtig aan wennen om zuinig te zijn met de aanwezige koolhydraten en de voornamelijk de vetvoorraad aan te spreken.
Ik heb inmiddels zelfs intervaltrainingen gedaan v贸贸r het ontbijt. Blijkbaar was mijn lichaam er al behoorlijk aan gewend om te sporten op een lege maag. Dat komt waarschijnlijk door de vele lange duurlopen (langer dan een uur) die ik al gedaan heb op zondagochtend met alleen een (half) banaantje achter mijn kiezen.
Resultaat
Inmiddels ben ik hier een week of zes mee bezig. Zoals gezegd heb ik suiker niet helemaal uitgebannen. Ik begin ‘s ochtends met fruit en havermout in mijn kwark, eet tussen de middag meestal 2 plakken brood en ‘s avonds eet ik meestal alleen vlees of vis met groente. Soms een salade met geitenkaas en noten, olijven of gedroogde tomaten erin. We halen nog steeds wel af en toe pizza of eten ergens op een terras met een wijntje erbij. Dus 100% suikervrij? Nee, dat niet. Maar ik eet nog maar 3 keer per dag en probeer elke ochtend v贸贸r het ontbijt te wandelen of hardlopen.
Ik merk helaas nog niet echt grote verschillen. Wel merk ik dat drie keer eten per dag een hoop rust oplevert. Het scheelt een hoop denkwerk over welke tussendoortjes en wanneer.
Het idee dat ik suiker veel minder nodig heb dan voorheen geeft me een goed gevoel en ik ga er dus ook gewoon mee door. Ik geloof dat het beter is voor mijn lichaam voor de langere termijn. Het is een veel gelijkmatiger manier van je lichaam voeden, zonder al die schommelingen in je bloedsuiker en energieniveau. Dat gelijkmatige spreekt me aan. Het voelt natuurlijker; meer in evenwicht.
Het valt me trouwens ook op dat ik af en toe niet eens echt trek heb. Ik eet dan meestal toch iets, omdat ik anders bang ben dat ik in de loop van de avond alsnog trek krijg en vooral ‘s avonds is dat lastig om te weerstaan. Vroeg naar bed gaan is trouwens een prima oplossing voor dat probleem. Meer slapen is sowieso een goed idee. Maar ik denk dat ik ook in totaliteit nog minder zou kunnen eten. Dat zou een goede volgende stap kunnen zijn in dit proces.