Dit is het vervolg op mijn eerdere blogpost over de BYOD-conferentie van scholengemeenschap Canisius in Almelo, die ik enige tijd geleden heb bijgewoond.
Mijn vorige post ging over het onderkennen van onderlinge verschillen tussen betrokkenen: verschillende perspectieven van onderwijskundig personeel en ICT-personeel en verschillen in snelheid van acceptatie: in je eentje ver voorop lopen heeft geen zin.
Wat volgens mij ook een voordeel is geweest voor Canisius, is dat het al een ICT-voorhoedeschool was. Een aantal docenten was al vaker bezig geweest met de implementatie van ICT in hun onderwijs en had daardoor meer ervaring en dus meer vertrouwen.
Maar ook die ervaring op zich hoeft geen garantie te zijn voor succes. Bij Canisius hebben ze daarom ook goed nagedacht over een aantal andere aspecten die in deze post aan bod komen:
DEEL II
Draagvlak inventariseren
De implementatie begon met een voorstel vanuit de ICT-groep aan de schoolleiding. Daarna is het draagvlak onder de docenten geïnventariseerd en vervolgens ook in de ouderraad, de medezeggenschapsraad en onder de ouders van de betrokken leerlingen.
Geen pilot
In plaats van een pilot uit te voeren, besloot Canisius direct leerjaarbreed te implementeren. Ze wisten namelijk zeker dat een pilot zou gaan lukken, omdat er genoeg docenten waren die al ‘voorop liepen’ en zeer gemotiveerd waren. Door de implementatie leerjaarbreed aan te pakken werd de school gedwongen om ook een manier te vinden om de grote middengroep van docenten te bereiken, die niet per sé voor of tegen het gebruik van ICT zijn, en zelfs een deel van de meer anti-ICT-docenten.
Eerst het tweede leerjaar
Canisius is begonnen met de implementatie in het tweede leerjaar. In het jaar daarna gingen de tweedejaars naar het derde leerjaar en kwam er een nieuwe lichting tweedejaars, waardoor er in twee leerjaren werd gewerkt met BYOD-onderwijs. Het jaar daarna (dit jaar) wordt naast de normale doorstroming naar het vierde leerjaar, ook BYOD in het eerste leerjaar geïmplementeerd. De komende twee jaren volgen het vijfde en zesde leerjaar.
Samenwerking per sectie
De docenten ondersteunen elkaar per sectie. Binnen een sectie kent men veelal elkaars lessen en materialen, waardoor men elkaar beter kan helpen. In iedere sectie zit een ICT-coach; een ‘voorloper’ die zelf veel uitprobeert en snel doorheeft wat wel en niet werkt. Hij zorgt ervoor dat er binnen de sectie kennis en ideeën worden gedeeld ten aanzien van het gebruik van ICT.
BYOL?
Hoewel het ‘Bring Your Own Device’ heet, blijkt de device-keuze bij Canisius toch vrij beperkt te zijn. iPads vallen hier buiten de boot, met name omdat daarop niet alle leermaterialen kunnen worden bekeken. Ook tablets blijken minder handig dan gedacht en grote laptops verdoen te veel energie, waardoor de accu’s het niet een hele dag volhouden. 13,1/13,2 inch laptops zijn volgens Canisius de optimale devices. Leerlingen kunnen dan naast de laptop nog andere materialen op hun tafel kwijt, ze zijn vrij gemakkelijk om mee te nemen en de accu’s kunnen lang genoeg mee. Althans, de eerste jaren, want na verloop van tijd wordt de accu slechter. Dit is een probleem waar ze nu tegenaan lopen.
De ‘laptopdokter’
In de pauzes is er een ICT’er beschikbaar die eventuele problemen met laptops kan analyseren en oplossen. Net als de ICT-coaches (voorlopers binnen een sectie) nemen zij veel werk uit handen van de ICT-coördinatoren.
Dit waren de meer technische aspecten van de implementatie. Met name het feit dat er eigenlijk alleen laptops werden gebruikt vond ik opvallend. Zien jullie ook vaak dat deze conclusie wordt getrokken, of hebben jullie ook ervaring met een mix van apparaten?
Mijn laatste post over deze conferentie zal gaan over scholing en het gebruik van digitaal lesmateriaal.
Deze blogpost is eerder verschenen op didactadvies.nl en is verplaatst naar dit blog.